Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [41]Abraham bad tot God; en God [42]genas Abimelech, en zijn huisvrouw, en zijn dienstmaagden, [43]zodat zij baarden. 41. Zie boven, vs.7. 42. Zodat hij niet stierf aan de ziekte, gelijk God de HEERE hem bedreigd had, vs.3,7. 43. Dat is, baren konden. Zie het volgende vers, vs.18.